Stikstof in de melkveehouderij: een oplossing

Stikstof in de melkveehouderij: een oplossing

Stikstof is een waardevolle meststof, maar wordt tegenwoordig als een probleem ervaren. Dit heeft voornamelijk te maken met de effecten van de emissie op natuurgebieden. Wij zien oplossingen voor deze emissies in de vorm van een stikstofstripper, waarmee we de emissie tot bijna 50% kunnen reduceren.

Stikstof als probleem

Stikstof is een probleem vanwege de vermesting en de aantasting van de biodiversiteit in natuurgebieden. Tussen 1990 en 2010 werden er stappen gezet waardoor de stikstofemissie aanzienlijk is gedaald, maar uit data van het RIVM blijkt dat deze afname stagneert. Ook blijkt dat de landbouw het grootste aandeel in de emissie heeft met 60 procent van de binnenlandse productie en 40 procent van de totale emissie. Het merendeel van deze emissie bestaat uit ammoniak.

Een belangrijke maatregel waarmee het mogelijk is om de emissie van stikstof te drukken is het aanpassen van de stalvloer. Afhankelijk van het type stalvloer is het mogelijk om de emissie van een stal met wel 50 procent te verminderen. Dit kan landelijk een grote invloed hebben omdat de mestvloer, inclusief de opslag van de mest, verantwoordelijk is voor ongeveer de helft van de totale ammoniakemissie in de landbouw. In 2015 was dat bijvoorbeeld 111 kiloton ammoniak.

In de huidige situatie hangt er echter wel een fors prijskaartje aan het aanpassen van de stalvloer. Voor een gemiddelde boer met 150 koeien komt het neer op 100.000 euro. Voor deze berekening is er gekeken naar een systeem waarbij er rubberen matten over de al bestaande roosters in de stal worden gelegd. Deze aanpak zorgt ervoor dat de boer de mestkelder onder de stal kan blijven gebruiken als opslag van mest. Dit is een goede aanpak, maar het moet wel zorgvuldig gebeuren. Anders kan er gas ontstaan in de mest. Bovendien levert dit de boer geen extra inkomsten op.

Vergisting als oplossing

Een betere oplossing is: maak juist gebruik van deze gasvorming. Door het vergisten van de mest in een biogasinstallatie, creëert een boer een extra inkomstenbron uit de mest door de verkoop van duurzame energie. Zo wekt een boer niet alleen duurzame energie op, maar vermindert hij ook de uitstoot van ammoniak. Een goed voorbeeld van deze duurzame oplossing is de biogashub in Noord-Deurningen, waar inmiddels 6 melkveehouders bij zijn aangesloten.

De hierboven beschreven maatregelen lossen de stikstofproblemen van de Nederlandse landbouw helaas niet voldoende op. De emissie in de stal daalt weliswaar, maar de emissie bij het toedienen van de mest op land blijft hetzelfde of stijgt zelfs. Het gebruik van een stikstofstripper zorgt voor het verder dalen van de emissie. Voorbeelden hiervan zijn onze Bio-NP bij Hans Nijkamp in Bathmen of de installatie van Jumpstart (een initiatief Friesland Campina) bij Jack van Poppel in Brabant. Deze installaties produceren kunstmest uit mest in de vorm van ammoniumsulfaat.

Op basis van onderzoek van de WUR kan afgeleid worden dat door verse mest te vergisten en de dunne fractie van digestaat te strippen een reductie van tussen de 40 en 50 procent op de totale stikstofemissie verwezenlijkt kan worden. Ammoniumsulfaat is op dit moment een kunstmest die nog een gedoogstatus heeft. Naar verwachting wordt ammoniumsulfaat binnenkort een officiële kunstmest.

De toekomst

De combinatie van vergisten en het gebruiken van een stikstofstripper kan mogelijk de huidige impasse op het gebied van stikstofemissie doorbreken. We kunnen grote stappen zetten op weg naar een duurzame veehouderij. De boer produceert naast zijn gewone werkzaamheden ook biogas dat ingezet kan worden om deze maatschappij aardgasvrij te maken. Maar op basis van de verwachte SDE+ tarieven voor de levering van biogas aan derden in de vorm van een biogashub zien we dat de huidige terugverdientijd ongeveer tien jaar is. Dit is voor een boer niet rendabel.

De eerste pilots zijn gebouwd, nu is het tijd voor de grote uitrol. Met een extra beloning voor de vermeden stikstof, kan deze uitrol sneller plaatsvinden. Een investeringssubsidie van 50 procent over de benodigde aanpassingen compenseert de extra kosten voor de boer, waarmee een rendabele case voor de boer ontstaat. Zeker als ook nog de gedoogstatus van ammoniumsulfaat uit deze toepassing wordt gelegaliseerd.

Over dit artikel

7 november 2019 / Auteur: Dr. Ir. René Cornelissen

Alle nieuwsberichten

Inschrijven voor onze nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief en maak hieronder een keuze.

Digitale nieuwsbrief Hardcopy nieuwsbrief